Handige tips om zelf een moestuin te starten!

Waarom een moestuinbak en niet rechtstreeks in de grond? Is zo'n bak wel een 'echte' moestuin? Er zijn verschillende redenen om ervoor te kiezen je plantjes in een moestuinbak te kweken.

Ten eerste is je moestuinbak mobiel: je kan hem makkelijk verplaatsen en hij hoeft niet eens in de tuin te staan, op je balkon of terras staat hij ook prima. Doordat een bak is afgeschermd en losstaat van de gewone grond of aarde, kan je de omstandigheden veel beter beheren. Zo zijn alle voedingsstoffen die je aan je plantjes geeft, ook echt bestemd voor je plantjes en niet voor de rest van de tuin. Je merkt dan ook al snel dat plantjes veel beter en sneller groeien in een bak.

Ook zullen ongewenste tuinbewoners zoals slakken meer wegblijven van een moestuinbak dan van een gewone moestuin, ze vinden het namelijk te lastig om de opstaande rand van de bak te trotseren. Tot slot is een moestuinbak simpelweg veel minder werk dan een gewone moestuin. Je hoeft niet de hele tijd onkruid te wieden, urenlang om te spitten en de grond te bemesten. Veel beginnende moestuinders geven al snel op bij het zien van dat zware werk.

Maak jouw groene vingers donkergroen en kies voor de voordelen van een moestuinbak. Zelf je moestuinbak bouwen? Bekijk hier onze how-to-video en stap-voor-staphandleiding.

Licht

De 'big 5' die alle moestuinders en plantenkwekers hanteren, is meteen alles wat jouw plantjes eigenlijk nodig hebben. Ten eerste, licht. Zet je moestuinbak op een natuurlijk belichte plaats, met direct of indirect zonlicht. Dat is dus niet op je zolderkamer, maar op je terras, balkon, of, als je moestuinbak binnen staat, aan je keukenraam. Je plantjes hebben niet de hele dag nood aan de zonnestraaltjes, gemiddeld is zo'n zes uur zonlicht per dag genoeg voor je moestuin.

Water

Groentegewassen en kruidenplantjes hebben natuurlijk ook dorst. Die les je door ze regelmatig water te geven. Vermijd om water te geven op een onregelmatige basis, bijvoorbeeld de ene dag meer of minder water te geven dan de andere. Zo vermijd je een tegenvallende oogst of een bittere smaak bij sommige groenten. Zoek dus het best op voorhand uit welke gewassen hoeveel water moeten krijgen, en maak voor jezelf een schema, zodat al je plantjes de aandacht krijgen die ze verdienen.

Lucht

Een ander belangrijk aspect is lucht en verluchting. Zorg voor een goede balans tussen beschutting en frisse lucht voor je plantjes. Jonge plantjes worden bijvoorbeeld vaak binnen, onder glas of in een verwarmde serre gezet. Ook in de winter hebben sommige planten het graag lekker warm. Genoeg afwisseling tussen directe buitenlucht en warmere beschutting is echter aangeraden.

Voeding

Hoewel jouw moestuinplantjes met wat water en aandacht al heel goed zullen groeien, is het soms goed om ze een extra zetje te geven. Je kan je planten heel wat extra voeding geven, van vloeibare plantvoeding tot heuse meststoffen. Laat je niet te veel afschrikken door alles wat je wordt aangeboden. Met een eenvoudige bodemverbeteraar ben je bijvoorbeeld al veel. Je mengt die eenvoudigweg onder je potgrond, en de rest gaat vanzelf. Sommige soorten potaarde bevatten standaard ook bodemverbeteraar. Als je er toch voor kiest om een andere meststof te gebruiken, dan zijn mestkorrels een goede optie. Ga steeds op zoek naar de organische variant van iedere voedings- of meststof die je gebruikt, zo garandeer je dat jouw moestuin helemaal biologisch en milieuvriendelijk blijft.

Ruimte

Wil je graag veel verschillende gewassen tegelijk uitproberen? Houd dan zeker rekening met de noden van elke plant. Sommige planten groeien namelijk sneller dan andere, en daarbij is de ruimte die ze nodig hebben cruciaal. Zo zijn munt en aardpeer bijvoorbeeld overheersende gewassen: ze groeien zo snel dat ze andere planten kunnen overwoekeren. Je zet zo'n planten dus het best apart. Erwten en pompoenen hebben dan weer verschillende vakken van je moestuinbak nodig om iets op te brengen, en spruitjes of asperges zullen de aarde erg lang bezet houden.