In­lei­ding

De herfst en de win­ter zijn per­fec­te sei­zoe­nen om een vuur­tje te sto­ken. Ge­zel­lig met de hele fa­mi­lie ach­ter de ver­war­men­de vlam­men met een warme cho­co­melk. Maar soms komt zo’n vuur­tje min­der van pas, zoals wan­neer je nieu­we tuin­huis in lich­ter­laaie staat. Is het dan wel zo slim om jouw pro­ject in hout te plaat­sen? Is dit niet het ma­te­ri­aal dat we ook ge­brui­ken om ons haard­vuur aan te ste­ken? Het klinkt mis­schien te­gen­strij­dig, maar hout is ei­gen­lijk brand­ver­tra­gend! Laten we meer ont­dek­ken over de brand­be­sten­dig­heid van hout en hoe je dat zelfs nog kan ver­be­te­ren.

Wat is de brand­re­ac­tie­klas­se?

Som­mi­ge ma­te­ri­a­len schie­ten snel­ler in brand dan an­de­re. Die snel­heid wordt uit­ge­drukt in de zo­ge­naam­de ‘brand­re­ac­tie­klas­se’, wat gaat van A tot F. Ma­te­ri­a­len die be­ho­ren tot klas­se A zijn on­brand­baar, waar­bij we kun­nen den­ken aan ma­te­ri­a­len zoals beton en be­paal­de ke­ra­miek zoals dak­pan­nen. Aan de an­de­re kant van het spec­trum zien we de ma­te­ri­a­len uit klas­se F, die heel erg ont­vlam­baar zijn. Zo is bij­voor­beeld piep­schuim ui­terst ont­vlam­baar.

Tot welke klas­se be­hoort hout dan? Heel zware hout­soor­ten, zoals eik, pa­douk en bas­ra­lo­cus, en hout dat brand­ver­tra­gend be­han­deld is, be­ho­ren tot klas­se C (‘brand­baar’). De mees­te an­de­re hout­soor­ten, zoals naald- en loof­hout­soor­ten, be­ho­ren tot klas­se D (‘goed brand­baar’).

Een ander be­lang­rijk cri­te­ri­um voor de brand­klas­se van ma­te­ri­a­len, is de hoe­veel­heid rook die ont­staat en of er drup­pels ont­staan wan­neer het ont­vlamt. Hout pro­du­ceert een on­door­zich­ti­ge rook, maar niet zo’n dikke mist als piep­schuim dat wel doet. Het po­si­tie­ve nieuws: hout drup­pelt niet als het brand. An­de­re ma­te­ri­a­len zoals kunst­stof be­gin­nen te smel­ten en te drup­pe­len, wat een ge­vaar kan zijn als de brand zich ver­der ver­spreidt of als het in con­tact komt met je huid.

Is hout van na­tu­re brand­we­rend?

Het klinkt mis­schien vreemd in de oren, maar hout heeft ei­gen­lijk van na­tu­re heel wat brand­ver­tra­gen­de ei­gen­schap­pen. Je weet mis­schien al dat bran­dend hout een zwar­te, ver­kool­de laag krijgt. Deze laag be­schermt de bin­nen­kant van het hout en zorgt er­voor dat een balk er lan­ger over doet voor hij vol­le­dig is uit­ge­brand. Op die ma­nier zal het ook lan­ger duren voor jouw con­struc­tie zal in­stor­ten. Een ste­vi­ge hou­ten deur bij­voor­beeld zal heel lang voor­ko­men dat de brand zich ver­spreidt naar an­de­re ka­mers in het huis.

Een ander voor­deel aan hout, is dat het heel wei­nig warm­te ge­leidt en dus min­der ener­gie geeft aan de brand om zich te ver­sprei­den. Zo krij­gen we, samen met het ver­koold laag­je, een ma­te­ri­aal dat be­hoor­lijk be­stand is tegen vlam­men en hitte.

In hoe­ver­re jouw hou­ten con­struc­tie de vlam­men kan te­gen­hou­den, hangt af van wat voor hout je ge­bruikt. Lich­te­re hout­soor­ten, zoals naald­hout, heb­ben een min­der sterk be­scher­mend laag­je en zul­len dus snel­ler uit­bran­den, van­daar dat ze ook be­ho­ren tot brand­re­ac­tie­klas­se D. Zwaar­de­re Eu­ro­pe­se hout­soor­ten, zoals eik, en tro­pi­sche hard­hout­soor­ten zijn dan weer meer brand­ver­tra­gend.

Jouw hou­ten bij­ge­bouw, tuin­huis, pool­hou­se of enig an­de­re con­struc­tie kan er dus vol­le­dig ver­koold uit­zien, maar toch zal die lang stand­hou­den tij­dens een brand. De bui­ten­kant van de hou­ten con­struc­tie is wel ver­brand, maar de bin­nen­kant niet en draagt nog de­zelf­de ei­gen­schap­pen als het oor­spron­ke­lij­ke hout. Het zal ook lan­ger duren voor de con­struc­tie in el­kaar zakt, zeker in ver­ge­lij­king met staal. Daar­om dat de brand­weer lie­ver een bran­dend hou­ten ge­bouw bin­nen dringt dan een uit staal.

De Bel­gi­sche wet­ge­ving over de brand­vei­lig­heid van je gevel

Ook de Bel­gi­sche wet­ge­ving heeft al en­ke­le re­gels uit­ge­schre­ven over de brand­vei­lig­heid van jouw ge­vel­be­kle­ding. Nieu­we ge­bou­wen moe­ten vol­doen aan een aan­tal eisen wat be­treft brand­pre­ven­tie, ook wel de ‘ba­sis­nor­men brand­pre­ven­tie’ ge­noemd. Con­creet moe­ten nieu­we bouw­wer­ken (1) het ont­staan, de ont­wik­ke­ling en de ver­sprei­ding van brand kun­nen voor­ko­men, (2) de vei­lig­heid van per­so­nen en in­wo­ners ver­ze­ke­ren en (3) de tus­sen­komst van de brand­weer mo­ge­lijk maken.

Deze voor­waar­den gel­den niet voor een­ge­zins­wo­nin­gen, la­ge­re ge­bou­wen met een op­per­vlak­te van 100 vier­kan­te meter en maxi­maal twee ver­die­pin­gen en con­struc­ties die niet als ge­bouw wor­den be­schouwd, zoals een wa­ter­to­ren.

Voor lage ge­bou­wen, met een to­ta­le hoog­te van onder de 10 meter, moet jouw ge­vel­be­kle­ding vol­doen aan een brand­re­ac­tie­klas­se D of hoger, maar mag er grote rook­pro­duc­tie zijn (met an­de­re woor­den, klas­se s3). Mid­del­ho­ge tot hoge ge­bou­wen, die res­pec­tie­ve­lijk hoger komen dan 10 meter of meer dan 25 meter moe­ten vol­doen aan klas­se B of hoger, waar­on­der brand­ver­tra­gend be­han­deld hout be­hoort. Deze re­gels gel­den niet al­leen voor de be­kle­ding van je con­struc­tie, maar ook voor het bin­nen­ste ske­let.

Hoe kan je hout toch brand­vei­lig maken?

Wie toch nog wak­ker ligt of zijn of haar per­go­la bin­nen­kort in vlam­men op zal gaan, zijn er me­tho­den om hout beter te be­scher­men. Een van die tech­nie­ken is om het hout te be­han­de­len met een spe­ci­a­le pri­mer en brand­we­ren­de verf. Wan­neer het ma­te­ri­aal in lich­ter­laaie staat, gaat deze be­scher­men­de verf op­zwel­len door de hitte en vormt een schui­men­de en ver­koe­len­de laag. Dit houdt de brand voor be­paal­de tijd tegen. Hoe­veel verf je zal nodig heb­ben en hoe­veel lagen je best aan­brengt, hangt voor­al af van het soort ma­te­ri­aal en de toe­pas­sing waar­voor jouw pro­ject dient.

Eerst breng je een laag pri­mer aan op het hout, om er­voor te zor­gen dat de vol­gen­de laag zich goed kan vast­hech­ten aan je be­kle­ding. Dit is zeker be­lang­rijk als het ma­te­ri­aal al eens is be­han­deld met beits, verf, lak of im­preg­neer­mid­del.

Ver­vol­gens be­han­del je het ma­te­ri­aal met een brand­we­ren­de coa­ting. Je kan een tot drie lagen aan­bren­gen, af­han­ke­lijk van de toe­pas­sing.

Ten slot­te kan je nog een be­scherm­de top­laag aan­bren­gen om jouw pro­ject en de brand­we­ren­de laag extra te be­scher­men tegen vuil en vocht. Zo zal ook de brand­we­ren­de coat lan­ger mee­gaan. Daar­naast krijg je zo ook een mooie af­wer­king van het hout.

Con­clu­sie

Is het niet ver­ba­zend? Hoe­wel we het toch nog ge­brui­ken om de ka­chel te vul­len, is hout ei­gen­lijk een erg brand­we­rend ma­te­ri­aal dat lang stand houdt. Lich­te hout­soor­ten be­ho­ren tot brand­re­ac­tie­klas­se D, ter­wijl to­pi­sche hard­hout­soor­ten tot klas­se C be­ho­ren. We zien dat hout van na­tu­re een be­scher­mend laag­je vormt, waar­door de kern min­der snel op­brandt. Dit heeft enor­me voor­de­len, als je bij­voor­beeld uit een bran­dend ge­bouw moet vluch­ten. Toch zijn er nog me­tho­den om jouw pro­ject nog brand­vei­li­ger te maken. We hopen na­tuur­lijk dat jouw pro­ject niet plots af­brandt, dus ge­niet maar met mate van je ver­war­mend haard­vuur tij­dens deze barre win­ter­maan­den.

Heeft deze pa­gi­na je ge­hol­pen?
Bancontact
Visa
Maestro
Mastercard
iDeal
Apple Pay
Google Pay

Bank over­schrij­ving