Inleiding

Van grote tot kleine perceeltjes, van tuinen vol liefde tot koninklijke paleizen. Beeld je eens in dat je die allemaal moet ontwerpen! De expert van alle soorten tuinen was René Pechère. Hij was een tuinontwerper uit de vorige eeuw, geboren en getogen in Brussel. Zijn projecten zijn dan misschien iets te groot voor de doorsnee klusser, maar wij geloven dat zijn filosofie ons toch inspiratie kan geven voor onze eigen creaties. Laten we vandaag ontdekken wie René Pechère was en hoe hij nadacht over zijn gigantische tuinprojecten.

Wie was René Pechère?

René Pechère (1908-2002) was een erg gerenommeerde, Belgische tuinontwerper die veel grote en kleine tuinen heeft vormgegeven in Brussel. Al op 29-jarige leeftijd werkte hij mee aan het ontwerp van het Belgische paviljoen voor de Parijse Wereldtentoonstelling in 1937, waar hij de aandacht trok van Koning Leopold III. Hij stelde Pechère later ook aan als architect voor zijn eigen tuinen. Maar naast de tuinen van de koning, staat Pechère ook bekend voor de Kruidtuin en de Tuin van de Kunstberg. In totaal ontwierp hij meer dan 950 publieke en particuliere tuinen. Een voorbeeld van een privétuin is de ‘Hartentuin’ van het Van Buuren-huis, wat ook meteen zijn meest symbolische en intieme project is.

Voor René waren sterk afgelijnde vormen erg belangrijk in zijn ontwerp, een beetje zoals verschillende tuinkamers. Misschien heeft hij hier wat inspiratie opgedaan van de Engelse tuinen? Als je naar een plattegrond kijkt van zijn ontwerpen, merk je al snel de opgedeelde rechthoeken en vierkanten op. In de ‘Hartentuin’ van het Van Buuren-huis tref je zelfs hartvormige bloemenperkjes aan, wat symbool staat voor de liefde van Alice voor haar overleden echtgenoot David Van Buuren.  Elk bloemenperk heeft zijn eigen plekje dat precies is afgelijnd. René koos dan vaak voor kiezelsteentjes, gras, in vorm geslepen stenen en heggen om die figuren mooi af te lijnen.

René zijn meesterwerk: de Expo 58

René heeft wel veel tuinen gerealiseerd in zijn leven, maar zijn bekendste werk is wel de tuin voor de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958. Ons welbekende Atomium is voor hetzelfde evenement gebouwd. Je kan deze tuinen wel zijn meesterwerk noemen, want hij nam zo de iconische uitstraling van de hele expo voor zijn rekening.

De tuinen op de Heizel waren in elk geval voor hem gereserveerd, maar hij stelt ook nog voor om twee andere tuinen naast het Atomium te ontwerpen: de ‘Congolese tuin’ en de ‘Vierseizoenentuin’. De Congolese tuin is een vrije interpretatie van de traditionele motieven van de Kasaï (een provincie in Congo). Voor dit project heeft hij wel zes maanden in Congo gestudeerd om inspiratie op te doen voor het ontwerp. Deze tuin werd snel gezien als het bewijs van Pechère zijn creatieve brein en zijn openheidgeest.

Langs de andere kant maakte hij de ‘Vierseizoenentuin’, wat gebaseerd was op het welbekende stuk van Vivaldi en bepaalde etsen van Vredeman de Vries. Het doel van zijn ontwerp was om de bezoeker te leiden naar een spektakel waar muziek, beeldhouwwerken, tekeningen en architectuur harmonieus bij elkaar komen.

Wat kunnen we als tuiliefhebber leren van René zijn Magnum Opus? Natuurlijk hebben niet alle klussers een tuin zo groot als die van het Atomium. Toch kunnen we uit zijn aanpak iets belangrijk leren: kies een thema voor je tuin. Door een aantal kernwoorden vast te leggen (bijvoorbeeld ‘Frans’, ‘Engels’, ‘landelijk’, ‘modern’, ‘natuurlijk’, ‘hightech’, ‘luxe’,…) of een bepaald kunstwerk als basis te gebruiken, creëer je een tuinontwerp dat niet alleen voldoet aan al je artistieke wensen, maar ook logisch samenhangt. Zo krijg je ook echt een uniek resultaat waar alle monden van openvallen.

Een sprekende tuin

René Pechère had wel een bijzondere kijk op tuinaanleg: hij vergelijkt de tuin namelijk met taal en woorden. Daarbij zijn bloemen en planten de woorden, terwijl de paden en rustpunten (bankjes en zithoeken) het ritme en tempo verzorgen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij zijn boek ‘Grammaire des Jardins’ (1987, ‘Grammatica van de tuinen’) heeft genoemd. Doolhoven leiden je tot een bepaalde bestemming via kronkelingen en omweggetjes, net zoals taal kan doen. En ook de Vierseizoenentuin is een groot verhaal dat werd verteld via verschillende media.

Waar haalde René Pechère zijn inspiratie?

Tuinmannen halen de inspiratie voor hun projecten van verschillende bronnen, en René was daar niet anders in. Enerzijds was hij erg gefascineerd door verschillende culturen en verwerkte hij motieven, ideeën en objecten uit zijn reizen in zijn ontwerp. Een goed voorbeeld is de Congolese tuin (na zijn studiereis naar het land).

René was ook een enorme fan van literatuur en boeken, niet alleen over tuinieren. Gedurende heel zijn leven verzamelde hij romans, praktische boeken, klassiekers over tuinaanleg, plantenboeken, filosofische essays, en veel meer. Die worden nu allemaal zorgvuldig bewaard in een aparte bibliotheek in Brussel en die kan iedereen ook ontlenen. Iedere tuinliefhebber kan zo in de voetsporen van Pechère treden.

Kunstenaars en creatievelingen hebben een belangrijke leuze: ‘Steel van één kunstenaar en je doet aan plagiaat. Maar haal je ideeën van verschillende bronnen, dan is het creativiteit’. Dat kan je ook onthouden voor je tuin. René rekende niet op één kunstwerk, boek of tuinstijl, maar haalde inspiratie uit veel verschillende bronnen. Daar deed hij dan zijn eigen ding mee. 

De invloed van René Pechère op historische tuinen

Naast de vernieuwende, moderne tuinen was René dol op de herinnering aan traditionele tuinen. Vanaf 1968 zette hij zich ook erg in voor historische tuinen. Hij was erg bezorgd dat er bepaalde historische tuinen zouden verdwijnen, dus kaartte hij de problematiek aan bij UNESCO. Dankzij Pechère werd er een internationaal comité opgericht voor tuinen en historische sites om ze te kunnen beschermen. Op die manier gaat het comité op zoek naar onontdekte historische tuinen, om ze vervolgens te classificeren, te restaureren en te onderhouden. Volgens Pechère zijn tuinen net zoals monumenten een onvervangbare bron van inspiratie voor alle toekomstige projecten. Misschien ook wel de perfecte plek om voor jouw project inspiratie op te doen?

Conclusie

René Pechère zijn tuinontwerpen zijn dan wel iets te groot voor de gewone doe-het-zelver, maar toch vinden wij dat zijn filosofie ons veel kan leren. Hij gebruikte verschillende informatiebronnen om zijn ontwerpen vorm te geven en kleedde ook alles aan in hetzelfde thema. Zo kreeg hij telkens een gestroomlijnd resultaat en toch een tuin dat zo kenmerkend was voor zijn stijl. Maar we mogen zijn invloed op de tuinen van vroeger zeker ook niet vergeten.

Wie binnenkort Brussel eens bezoekt, kan daar wat inspiratie opsnuiven van Pechère. Eenmaal het thema is bepaald en je het tuinontwerp hebt uitgetekend, kom je gerust langs bij EXZO voor het nodige materiaal. 

Heeft deze pagina je geholpen?
Bancontact
Visa
Maestro
Mastercard
iDeal
Apple Pay
Google Pay

Bank overschrijving