Handleiding | Kader maken voor wandbekleding van bijgebouw

• Meet met je lintmeter de breedte en de hoogte van je wand waar je het kader in zal plaatsen.
- Houd daarbij rekening met de kleinste afmeting. Eventuele sokkels of poeren van jouw gebinte kunnen bijvoorbeeld een facetrand hebben. Dan zal jouw kader enkele centimeters kleiner zijn.

• Bereken het aantal opstaande kepers dat jouw kader zal tellen.
- Deel de totale opgemeten breedte door de afstand die je tussen de kepers wil hanteren. Die afstand ligt gewoonlijk tussen de 30 en de 45 cm.
- In de video maakten wij een kader van zo’n 360 cm breed, met daarin 8 opstaande kepers, telkens op een afstand van ongeveer 45 cm.

• Zaag de constructiekepers op de juiste maten.
- Zorg voor twee lange kepers voor de volledige breedte boven- en onderaan het kader.

• Zet het kader recht en pas het in de wand van je bijgebouw. Het is handiger als je dat met twee doet.
- Houd rekening met de dikte van je bekleding later: tot waar moet het kader dan komen?

• Stop, als je dat wenst, twee of drie stukjes hout of kunststof van een aantal millimeter dik (wij gebruikten trespa gevelplaat) onder het kader. Dat is goed voor de ventilatie en drukt bovendien het kader stevig tegen de bovenbalk/randbalk van je gebinte aan.

• Maak het kader vast aan het gebinte.
- Boor bovenaan op minstens twee plaatsen voor: door de bovenste keper van het kader en door de randbalk van het gebinte.
- Schroef zo het kader bovenaan vast aan het gebinte, door de voorgeboorde gaten.
- Boor aan de zijkanten van het kader eveneens twee gaten door de zijkepers en de opstaande balken van het gebinte.
- Houd er rekening mee dat er aan de zijkant een ruimte kan zitten tussen de opstaande zijkeper en de dikke balk van het gebinte. Dat hangt af van je poeren of sokkels, zoals vermeld in stap 1.

• Je kader is klaar. De volgende stap is nu het bekleden van het kader met een achterdoek, houten latten en als laatste de planken of planchetten van jouw keuze. Hoe dat moet, zie je in onze volgende video!