Blijf op de hoogte!
Abonneer je op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte over het laatste nieuws, de hipste trends of de laatste producten.
Sommige dieren voelen zich beter thuis in een weide omheind met een sterkere metalen draad. Denk maar aan bijvoorbeeld schapen, geiten of sterke runderen. In dat geval is een weideomheining uit ursusdraad de perfecte oplossing! Dit soort metaaldraad is extra gegalvaniseerd om roesten tegen te gaan. En in combinatie met de houten palen krijg je een prachtig landelijk geheel waar je wollige vriendjes van zullen blaten van blijdschap. Je zult zien dat de plaatsing van dit soort weideomheining heel gemakkelijk verloopt. Het belangrijkste waar je op moet letten, is dat de houten palen minimaal 220 centimeter lang zijn en voor een derde de grond in kunnen. Wij kozen hier voor palen van 8 tot 10 centimeter dik, omdat die voldoende weerstand bieden tegen sterke dieren en dus lang zullen meegaan. Maar eens je de juiste palen hebt, verloopt de hele plaatsing bijzonder vlot. Volg maar even mee!
Voor we de omheining kunnen plaatsen, moeten we exact weten waar die zal komen. Hamer een piket in de grond op alle plekken waar een hoekpaal zal komen. Span een uitzettouw tussen de piketten tot je de volledige weide hebt afgebakend. Dit zal helpen om jouw weideomheining mooi recht te plaatsen.
Zoals altijd starten we met de palen. Gebruik een grondboor om elke 1,5 tot 2,5 meter een put te boren in lijn met het uitzettouw. Wij kiezen hier voor de gulden middenweg en zorgen voor een tussenafstand van 2 meter. Als je dieren hebt die graag springen, zoals geiten, dan raden we een kortere tussenafstand aan voor meer stevigheid. De diepte van de putten bedraagt ongeveer 80 centimeter voor onze palen van 250 centimeter.
Natuurlijk kan je hier gebruik maken van een handmatige grondboor, maar wij hadden dit keer een automatische grondboor. Dit maakte het graven van de putten toch wel veel makkelijker. In een mum van tijd waren zo alle gaten gegraven en dat bespaarde ons veel moeite.
Bij dit soort omheining verdienen de hoek-, begin- en eindpalen toch iets meer aandacht. Die zullen we extra verstevigen met een schuine steunpaal of schoor. Dit is noodzakelijk, zodat deze palen niet schuintrekken wanneer je de ursusdraad er uiteindelijk tegen aanspant.
Bij de begin- en eindpalen boor je een extra put 85 centimeter van de begin- en eindpaal verwijderd. In het geval van de hoekpalen, boor je twee putten aan weerszijden van de hoekpaal, ook 85 centimeter verwijderd. Boor al deze putten in een hoek van ongeveer 45°, zodat de steunpalen uiteindelijk ook schuin zullen staan. Het handigste is als je een klein stukje recht naar beneden boort en vervolgens de grondboor schuin zet om in een hoek van 45° verder te gaan.
Plaats de palen in de putten met de scherpe punt naar beneden. Zorg dat de paal mooi recht staat, eventueel met een waterpas. Graaf de put dicht en stamp de aarde errond goed aan. Klop de palen nog een beetje dieper met een paalhamer. Herhaal voor alle palen in de weide.
Bij erg sterke dieren, zoals grote runderen, raden we aan om de palen eventueel met snelbeton extra stevig te verankeren. Dit zou de hele omheining meer stevigheid geven, maar aangezien de palen op zich al stevig genoeg zijn, is deze stap dus volledig optioneel.
Nu is het tijd om de schoren te plaatsen. Plaats de palen in de schuine putten die je in stap 3 boorde. Klop ook deze palen iets dieper met de paalhamer.
Daarna kan je de kopse kant van de schoor in een hoek afzagen zodat die perfect aansluit bij de verticale hoek-, begin- of eindpaal.
Wij raden ook aan om in de verticale paal een kleine inkeping te zagen, waar het uiteinde van de schoor uiteindelijk in zal rusten.
Bevestig de schoren tegen de hoek-, begin- en eindpalen met een schroef. Vergeet niet eerst voor te boren!
Neem de rol schapendraad en rol die voor een stukje uit. Vervolgens neem je het ene uiteinde van de draad en bevestig je ze tegen een beginpaal, met de kleinste mazen van het gaas onderaan de omheining. Het maakt niet uit of het gaas voor of achter de palen loopt.
Gebruik voor de bevestiging metalen krammen die je op 4 verschillende hoogtes over de draad en in de houten paal bevestigt. Bij het inslaan van de krammen is het belangrijk dat ze diagonaal of schuin zitten, en niet gelijklopen met de nerf van de paal. Dit is om splijten van de paal te voorkomen. Sla de krammen ook niet volledig vast, maar zorg dat de draad nog een beetje speelruimte heeft.
Om het schapengaas goed te kunnen opspannen, zullen we een klem uit houten planken maken. Neem twee houten restplanken, leg ze op elkaar en boor eer 3 of 4 gaten door. Zorg dat de gaten groot genoeg zijn om de bouten in te bevestigen.
Rol het schapengaas verder uit tot je iets meer dan 10 meter (ofwel de lengte tot 5 palen) draad hebt liggen. Aan het uiteinde van deze 10 meter bevestig je de twee planken in combinatie met drie tot vier bouten, zodat de draad tussen de twee planken zit. Zet de bouten goed vast met moeren. Nu zit het schapengaas dus geklemd tussen de twee planken.
Gebruik twee spanbanden om de klem uit stap 7 te verbinden met de volgende, verticale paal. Span de spanbanden goed aan, maar zorg dat de klem verticaal mooi gelijk en niet schuin loopt. Span aan tot je merkt dat de ursusdraad strak genoeg hangt.
De ursusdraad hangt nu stevig te zweven tegen de palen. Nu is het dus de bedoeling dat we de draad permanent vastzetten met metalen draadkrammen. Net als in stap 6 bevestig je de krammen op vier niveaus tegen de palen, zodat het schapendraad stevig vastzit tegen de palen. Let er opnieuw op dat de krammen iets diagonaal zitten.
Herhaal stap 7 tot 9 voor de rest van de omheining, maar let goed op dat je de ursusdraad steeds goed aanspant. Kortom: haal dus de houten klem en de spanbanden weg, bevestig ze tien meter verder, span de draad goed aan en bevestig de ursusdraad met krammen. Dit doe je tot de volledige weideomheining is voorzien van ursusdraad.
Vergeet niet aan het einde van je project de piketten en het uitzettouw weg te halen.
Bank overschrijving
© 2011 - 2024 EXZO